Bij puntje 2 worden de verschillende fases die een groep doorloopt weergegeven. Dit was de eerste keer dat ik hierover gelezen had en vond ik interessant om te kunnen na gaan in welke fase mijn stageklas zich bevindt.
Bij puntje 3 werd ook gezegd dat het niet nodig is om alle principes steeds toe te passen. Het boek is een hulpmiddel om manieren aan te bieden wanneer je op zoek bent hoe je de leerbereidheid extra kan aanwakkeren tijdens een les.
Over de meeste principes had ik wel al gehoord en kon ik me elementen voorstellen hoe je hieraan kon werken. Maar bij principe 5 'Hoe omgaan met weerstand' heb ik gemerkt dat het belangrijk is hier oog voor te hebben en dit niet zomaar te negeren.
Tot slot ook nog eens de definitie die verschillende keren aan bod komt in het boek:
motivatie = context x x interesse x zelfinschatting
Hieronder vind je per praktijkprincipe nog wat meer informatie.
1 – Werken aan
een positieve relatie met de leerlingen
Misschien het belangrijkste principe. Veilige sfeer,
leerlingen die zich gewaardeerd voelen, wederzijds respect tussen leerling en
leerkracht.
Een negatieve gebeurtenis kan vele positieve ervaringen
teniet doen. Opletten dat je onbedoeld leerlingen niet raakt.
Verticale en horizontale lijnen bij relaties. Verticaal:
familie en bloedverwanten, bijna onvoorwaardelijk.
2 – Veilig
leerklimaat door het bieden van duidelijke grenzen en te werken aan een hechte
klasgroep
Zelfdeterminatietheorie voor het bieden van structuur om
motivatie van de leerlingen optimale kansen te geven.
Een klasgroep is meer dan de optelsom van alle
klasgenoten. Binnen de groep zitten niet alle leden in dezelfde fase:
voorlopers, middengroep en achterhoede
Verschillende fases:
0 – voorbereiding 1
– beginnende groep
2 – zoektocht naar gelijkheid 3 – streven naar veiligheid
4 – verkenning en aanvaarding van het anders zijn 5 – ontbinding
2 – zoektocht naar gelijkheid 3 – streven naar veiligheid
4 – verkenning en aanvaarding van het anders zijn 5 – ontbinding
Ideale leerklimaat is in fase 3.
Wanneer een lid de groep verlaat of wanneer er een nieuw
lid bijkomt is de groep niet meer hetzelfde. In principe zou er opnieuw met een
soort kennismaking gestart moeten worden, het nieuwe lid moet ook zijn plaats
binnen de groep kunnen vinden.
Orde en rust wanneer er gewerkt en geleerd wordt.
Structuur en duidelijkheid over regels en verwachtingen, eventueel symbolen. Er
is een verschil tussen regels en afspraken: regels “het is zo, dat verwacht
ik”, bij afspraken kan er onderhandeld worden
3 – Kiezen van
onderwerpen, methodes en activiteiten die zoveel mogelijk bij de interesses
liggen
De taak zelf interessant vinden, of wat de taak oplevert
interessant vinden.
Universaliteit /vs/ uniciteit
Bij keuzemogelijkheden kunnen leerlingen zelf kiezen waar
hun interesses liggen (autonomieondersteunend)
De kunst om indirecte de interesse aan te spreken: als de
inhoud niet lukt, probeer het met de vorm (soort activiteit, opdracht,
instructie, …)
Authenticiteit en het levensecht maken.
Authenticiteit en het levensecht maken.
Niet elk onderwerp
leent zich even makkelijk tot het uitlokken van interesse. Je hoeft niet de hele tijd bezig te zijn
met de persoonlijke interesses van je leerlingen. Deze tips zijn niet bedoeld om de druk op leraren op te voeren, wel om hun
handvatten aan te reiken wanneer zij op
zoek zijn naar manieren om de leerbereidheid van hun leerlingen extra aan te
spreken door in te spelen op de factor ‘interesse’.
4 – Zich
verbinden met (het belang van) onderwerpen en taken
Toepassingsmogelijkheden – transfer naar het dagelijkse
leven
Als leraar zelf steeds weten wat het nut of de meerwaarde
van een lesonderdeel is
In de lerarenopleiding vaak nadruk op lesdoelen en de
leerplannen, maar waar is de praktische waarde?
Het waarom naar situaties vanuit het perspectief van de
leerlingen, niet zo zeer naar ‘later als je werkt’
Zelf naar transfer zoeken en authentieke evaluatietaken.
5 – Oprecht
luisteren naar weerstand en negatieve uitingen van leerlingen
Actief luisteren naar de weerstand en de juiste afstand
bewaren.
Omgaan met weerstand, 4 principes: geen enkele beter dan andere, hangt af van situatie
Omgaan met weerstand, 4 principes: geen enkele beter dan andere, hangt af van situatie
Tegen-bewegen
= aanmoedigen om het toch te doen, overtuigen, straffen/belonen
Samen-bewegen = zoeken naar
een gemeenschappelijke richting, voorstel tot compromis
Weg-bewegen = weinig aandacht aan besteden, de weerstand
negeren
Mee-bewegen = erkennend luisteren
(niet hetzelfde als zich aanpassen aan de leerling)
6 –
Autonomieondersteunend taalgebruik
Psychologische vrijheid en afwezigheid van druk.
Taalgebruik is een uiting van wat we denken, geloven en
verwachten.
Beloning werkt beter als het onverwacht wordt. De
verrassing erin houden: niet elke keer belonen, variatie in de beloning.
7 – Structuur
in de richting van het leerdoel
Structuur heeft invloed op de zelfinschatting van de
leerlingen.
Vasten gewoontes bieden houvast en veiligheid.
Formuleren van leerdoelen (bij een nieuw onderwerp).
Sandwichmethode : aankondigen
wat je gaat vertellen,
vertellen
wat je hebt aangekondigd,
aangeven
wat je net verteld hebt
Heldere instructies: specifiek, meetbaar en tijdsgebonden
Differentiëren met structuur en autonomie.
Stappenplannen bij grotere opdrachten: haalbare
tussenstappen
Werken aan metacognitieve vaardigheden: leren leren.
OVUR principe : oriënteren, voorbereiden, uitvoering,
reflectie
8 – Gepaste en
haalbare uitdaging
Geloven in de capaciteiten van leerlingen.
Beginsituatie, voorkennis oproepen
Verticale leerlijnen binnen de school.
9 – Feedback
die verbindingen maakt tussen wat leerlingen doen en het beoogde doel
Gewenste inhouds- en relatieniveau.
Inhoud: Summatieve
feedback (gericht op behaalde leerdoelen: toetsen, rapporten)
Formatieve
feedback (tussentijds, meer op de zelfinschatting)
Situationeel leiderschap : Opdragende/voorschrijvende stijl
Sturende/coachende
stijl
Samenwerkende/participerende
stijl
Overlatende/delegerende
stijl
Effectieve feedback Zo
snel mogelijk na het gebeuren
Specifiek
geformuleerd
Wordt
frequent gegeven
Driemaal zoveel positieve als negatieve feedback
10 – Voeling
met je eigen behoeftes, interesses, motivatie + structurele ondersteuning en
inspiratie voor jezelf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten